Open Doek:
Het Bankje — ‘Mensen als een ster-gemeenschap’








Iets voor de zomer van 2020 werd ik uitgenodigd door organisatie Open Doek om een dialoog te schrijven voor een podcast die in de openbare parken van Vlaanderen te beluisteren zou kunnen worden. Deze tekst zou vervolgens door amateur-acteurs ingesproken worden.
SIDENOTE: over het uiteindelijke audiobestand ben ik zelf niet tevreden. Naar mijn mening is de tekst nogal naïef en vlak geïnterpreteerd, en komt de klanktape nogal cringy over. Je kan hem hier beluisteren:

https://soundcloud.com/vzw-opendoek/mensen-als-een-stergemeenschap?ref=clipboard&p=i&c=0&utm_source=clipboard&utm_medium=text&utm_campaign=social_sharing





De tekst nog eens volledig uitgeschreven staat hieronder:




/Mensen als een stergemeenschap/


A: -Mijn natte droom is om iets op te richten dat ‘nu’ is; een soort tegenbeweging.

B: -Zoals de Franfurter Schüle?

A: -Zoiets, een soort tegenbeweging, die geweldloos is.

B: -Hmm dat is grappig. Is een tegenbeweging in de tijd niet altijd zonder geweld? Als een influistering die hoorbaar is. Of een collectieve groep kunstenaars, die aan eenvorming doet, zoals een individu.

A: -Grappig is het zeker. Maar het is nodig. Tijd staat niet stil. Of anders: tijd staat stil en nieuwe tijd gaat er aan voorbij. Er is een continue flow van beweging en ik weet niet vanwaar ze komt. Ik wil kunnen volgen.

B: -Dat is mooi. Als we kijken waar nu zijn - ik bedoel: kijk om je heen. Dit ‘is’ de omgeving snap je. Je moet niet weggaan om te blijven. Net zoals je niet moet blijven om weg te gaan.

A: -Je hebt gelijk. Als hetgeen ik wil oprichten tijdloos wil zijn, moet ik het misschien niet oprichten. Net zoals ik het wel moet oprichten om te kunnen terugblikken. Om mijn blik te kunnen doen bewegen in tijdlagen, verleden, heden, toekomst. Ik denk dat ik weet wat ik wil: een toekomstig iets oprichten, dat ‘nu’ is.

B: -Je wil iets dat dan is, maar nu impact heeft.

A: -Je zegt het. Hm, rondlopen als foetus had interessant geweest. Als een soort voorbode van wat komt, zoals een visioen.

B: -Hoe weet je dat dat niet al gebeurd is? Alles is toch wel een beetje als een déjà vu?

A: -Correct.

B: -Nu nog een naam voor je tijdloze gemeenschap.

A: -Ik zal het de Ster gemeenschap noemen? De sterrengroep onder de sterren? Sterren, die over ons waken, die gelijkaardige dingen vertonen, dingen die mijn gemeenschap ook moet hebben.

B: -Dat is mooi. Sterren zijn toekomstig, een soort visueel zichtbaar verleden. Mooi, hoe tijd zich vervlecht maar dan boven ons.

A: -Nu nog hier, op deze ondergrond, haha; het is grappig om deze ondergrond te belopen zonder je te herinneren dat je er misschien al geweest bent.

B: -Weet je wat ik en jij gemeen hebben? … Onze ruimtelijke ordening. Ik hier jij hier, .. het bankje. Dit gesprek had niet ergens anders kunnen plaatshebben, juist en alleen omdat het hier hééft gehad. De plaats als letterlijke situering, haha! Mooi is dat.

A: -Plaats als een soort DNA voor inhoud, voor codes en tekst. Als we stil zijn, zouden we misschien andere ruimtes gewaar worden. Vreemd. Het voelt vreemd. Door keuzes te maken, verander ik de tijd, verleden, heden, toekomst. *Zucht* Ik zou gewoon niet willen dat ik over 2 minuten spijt had dat ik te stil ben geweest.

B:-Dus blijf je spreken. Dat is mooi. Je revolutie is volgens mij al gestart. Dat is goed. Je bent je op een tijdloze manier aan het af tasten ten opzichte van de ruimte. Dat is wat je wou, toch? Individueel, collectief… het maakt allemaal niet uit begrijp je. Zolang je je maar verzet en niet laat meeststromen in een ritme dat van buitenaf bepaald wordt.

A: -Buitenaf, is alles al bepaald, heb ik het gevoel. Een soort van controle-loze ‘situatie’. Ik creëer graag mijn eigen situaties.

B: -Dat is positief. Maar luister eens goed. Als we stil zijn, nu.. Ik denk dat ik een ster kan horen.

A: -En ster hoor? Hoezo? In geluid? Hier, en niet boven ons, als een koepel?

B: -Ik hoor hem omdat hij naar ons aan het luisteren is. Als hij of zij nu wegstapt zal het ademen niet stoppen; maar of wij het zullen blijven horen is iets anders. Misschien, is hij uitgedoofd, zoals een ster dat nu eenmaal doet.

A: -Ik denk dat ik hem of haar nu ook kan zien!

B: -Onze aanwezigheid in stemmen maakt ons ook nog niet zichtbaar! Zijn wij zichtbaar? Het feit dat je het ziet, wil al zeggen dat het verdwenen is.

A: -Laten we ons houden bij aanwezigheid van geluid haha.

B: -Goed. Ik zal beginnen, jij vult aan. Geluid als DNA van de ruimte. Geluid als aanwezigheid. niets hoeft tastbaar te zijn. Zolang het er maar is. Ik begin, jij vult aan: Het is nu, het is nu, het is nu,

A: -Dat het er is. Het is nu, het is nu, het is nu,

B: -Dat het er is.

A: -Ik kan het voelen. Ik kan het lezen. Ik vergeet wat er staat

B: -dat er staat: dat ik vergeet wat er staat dat er staat.

A&B: -Ik vergeet wat er staat dat er staat dat ik vergeet wat er staat. Ik vergeet wat er staat dat er staat dat ik vergeet wat er staat.

A: -Laten we gaan. Voor het voorbij is.