Waar is thuis? Essay over psychologie en de kunstenaarspraktijk




Recent schreef ik een kleine paper over de invloed van de lessen psychotherapie die ik volg als een keuzevak, op mijn kunstenaarspraktijk. Algemeen valt dit zeker te lezen als de invloed van psychologische behandeling in het algemeen op mijn artistieke creaties. Ik besluit hem hier te delen.



Inleiding

Dit onderzoek legt vooral de focus op de impact en invloed van de lessen Psychotherapie op mijn creatief werk en mijn veranderde blik in het dagelijks leven, maar ook naar therapeutische contexten, waar ik zelf recent veel ervaringen mee had. Het tracht mijn werk ietwat te verklaren alsook te verrijken en er een betere grip op te krijgen. De lessen zorgden voor een herdefiniëring van enkele belangrijke concepten of zaken die invloed hebben op mijn dagdagelijkse praktijk als kunstenaar.

Mijn kunstenaars-praktijk, waar een autobiografische vertelstijl prominent aanwezig is, is nauw verbonden aan een therapeutische context of methode. Het voelt soms alsof ik enkel in staat ben werk te produceren, als het ook mijn mentale gezondheid aangaat, net zoals dat bij het aangaan van therapie ook zo is. Deze periode werk ik voornamelijk aan een film, die een zoektocht naar een ‘thuis’ omgeving afbeeldt. Het viel me op in het maken, dat ik een andere focus of werkwijze begon op te merken, die volgens mij kwamen via enkele belangrijke veranderingen in mijn leven (ik kwam uit een opname, nieuwe psycholoog etc...) en tegelijk het volgen en leren over de lessen psychotherapie. In het maken van deze film, en andere creatieve bezigheden die ik had, zoals het schrijven van poëzie, verlegde de focus zich van een artistieke praktijk, naar meer een vorm van zelf ontplooiing.

Bovendien, of ik nu nog schrijf of film of fotografeer, gebruikt mijn werk telkens gelijkaardige ingrediënten sinds ik het in de richting van een therapeutische context zie gaan (een autobiografische, zelfkritische stijl, of het in beeld brengen of verwoorden van banaliteiten, of het proberen leggen van associaties...), en is daarom onder één noemer te vatten.


In deze artistieke praktijk werk ik vandaag dus rond een zoektocht naar een ‘thuis’. Deze autobiografische zoektocht is nauw verweven aan de stappen die ik zet in mijn persoonlijke traject, waar psychologie alomtegenwoordig is. Van afspraken bij psychologen, die misschien wel het vlotst te vergelijken zijn met wat we leren bij psychotherapie, tot een opname in psychiatrische centra: mijn leven is momenteel zeer relevant verbonden aan psychologische methodes en handvaten. Daarom is het ook een steeds prominentere rol beginnen opeisen in mijn artistieke praktijk. Het werd stilaan prioriteit om van alle wegen die ik zelf aflegde, een breder onderwerp voor een kunst toeschouwer te maken. Kunst maken is idealiter nauw verbonden aan de grootste verlangens van de kunstenaar of prioritaire zaken die hem/haar bezig houden. Het blijft zo een autobiografische creatie. Kunst is altijd persoonlijk.



Deel 1: 
Mijn persoonlijke traject en de link tussen mijn artistieke praktijk
en een therapeutische behandeling.


Om tal van redenen is mijn artistieke praktijk de laatste jaren steeds meer beginnen lijken op een therapeutisch (helend) proces in plaats van een louter beeldende reflectie, wat het voordien veel meer was. Kunst maken bestaat voor mij in vele vormen. Het hoeft niet enkel een bijvoorbeeld expliciet, politiek statement te zijn, of louter een zelfkritische houding op te nemen. Goede kunst is, in mijn ogen, een combinatie van dit soort zaken, en hangt liefst ook over de grenzen van het mogelijke, de grenzen van het genre dat kunst is. Daarmee bedoel ik dat wat van kunst verwacht wordt, dus niet altijd moet zijn waar kunst toe dient. Voor mij dient het als het ware nu ook als een vorm van zelfontplooiing, mits nog andere factoren die het samen tot een kunstwerk maken. Hierbij moet wel worden gezegd dat er nog verbinding is met eigenschappen, als kritiek op het gebruikte medium (bv video of fotografie). Dit soort zaken tonen een bewustzijn van een kunstwerk, dat essentieel is in het positioneren van een werk als een kunstwerk. Zonder relevantie voor een kunstkijker of - criticus, lijkt me een werk geen kunstwerk, of toch niet iets dat thuishoort op een expositie - waar mensen niet per sé op zoek zijn naar een binnen therapie gegenereerd probeersel. Er moet een universelere relevantie zijn, die eigen is aan kunst maken.

Dat terzijde is mijn ideale kunstwerk een soort van mix. Het moet vooral beïnvloed kunnen worden door andere stromingen, zoals educatie, politiek, of psychologie. Het neemt facetten van deze over zonder inherente karakter van een kunstwerk te verliezen, dat beschikt over een zelfbewustzijn. Het moet zichzelf kunnen verhouden met dé kunst.

Naast het maken van en bevlogen zijn door kunst, is er ook altijd veel aandacht geweest in mijn leven voor zelfontplooiing, en dit vaak in een professionele context. Naar een therapie sessie gaan is voor mij van jongs af aan altijd al normaal geweest. Toch is het pas later gekomen om hierrond ook projecten op poten te beginnen zetten die voor mijzelf over de thema’s gingen die ook besproken werden in bijvoorbeeld een sessie bij een psycholoog. Deze autobiografische transparante houding kwam als een noodzaak. Ik ben ‘het persoonlijke’ beginnen koesteren in mijn artistieke praktijk omdat het voor mij niet langer enkel voor mezelf relevant kon zijn, maar ook voor een onbekende toeschouwer. Ik ben continu op zoek dus om van een persoonlijke kwestie iets verstaanbaars universeels te maken. Het delen hiervan met anderen, onder het mom van kunst maken, voelt als iets heel natuurlijks, en geeft me betekenis en voldoening.

In de video waaraan ik nu werk is er dus een zoektocht naar een thuis plek. Via een autobiografische vertelling, speelt zich een verhaal af, gebaseerd op mijn eigen verlangens. Op die manier kom ik door het maken van de video ook dichter bij mezelf en antwoorden op vragen waaraan ik zelf nood heb. Vanwaar komt mijn nood naar een comfortabele safezone (een thuis) en waarom zie ik hierin een relevantie voor andere, voornamelijk jong adolescenten? Is het dus een universeel thema? Door het te vertalen naar een film, krijg ik er meer grip op en versta ik het beter. Het is een beetje zoals iets weten te verwoorden.
Het heeft zo dus een bijna helende werking.
Ook begint de video, of het maken van de video, beetje bij beetje aspecten te omvatten, die een thuis ook zou omvatten. Het artistieke proces - het vervaardigen van de video - begint bijna even comfortabel aan te voelen als een thuis dat voor je zou kunnen doen. Op die manier is het werk dat ik maak, ook een beetje een metafoor voor zelfontplooiing: het kan helend werken en als zeer veilig voelen om via kwetsbaar werk, jezelf beter te leren begrijpen. Ik denk dat iedere kunstenaar streeft naar het maken van werk, dat natuurlijk, noodzakelijk, en voor zichzelf en anderen relevant aanvoelt. In mijn film probeer ik deze zoektocht extra te belichten vanuit een autobiografisch standpunt.

Dat ik met dezelfde kwesties omga in mijn werk, komt overeen met zaken waarmee ik naar het gesprek met een therapeut stap. Het is daarom dat het werken aan deze creatieve bezigheden, soms in de buurt kan komen van een creatieve therapie, wat simpelweg al bestaat op verschillende plekken. Volgens Bruce Wampold zijn er voor specifieke stoornissen geen superieure methodes (soorten therapie) om deze te doen helen. Dat is misschien ook wel iets dat onbewust bij mijzelf mee de aanleiding gaf tot het maken van wat ik maak: via een mengeling van methodes, probeer ik namelijk dichter te komen bij een soort van waarheid over de kwalen, klachten, zelfs trauma’s die me bezighouden. Ik ben op zoek naar een objectievere weergave van mijn verlangens of gedragingen, waarbij ik oorzaken in kaart probeer te brengen - zoals ik dit ook voor ogen zou hebben bij het gaan in behandeling/therapie.
Het is ook die waarheid waarin ik halsstarrig geloof, om bepaalde symptomen te doen verminderen. En net zoals je die bij de therapeut beter leert begrijpen, leer ik hier ook beter mee omgaan door er via artistiek werk naar te zoeken, of dit als onderwerp te nemen. Ik ben door het maken van artistiek werk al op antwoorden gevallen die even waardevol waren als een dialoog met de therapeut. Het is echter een totaal andere manier van zoeken, en vinden. Ik geloof dan ook niet in één enige methode waarin ik al mijn hoop moet vestigen. Het is de combinatie van ervaringen die mij, of anderen, beter kan maken.

Een artistieke vervaardiging van gevoelens, verlangens, etc is natuurlijk minder wetenschappelijk onderbouwd dan bepaalde vormen van therapie. Het is zoals het zelf al aangeeft, meer een buikgevoel dat gevolgd moet worden. Ik vind de vergelijking met een helingsproces wel nodig, omdat het doel dat uiteindelijk bereikt wordt, evenzeer het helen of het beter grip op een problematiek krijgen, is.




Deel 2: Theorie in psychotherapie en theorie in mijn artistieke praktijk

Volgens Bruce Wampold is de theorie achter psychotherapie een essentiële map voor de therapeut, die hem/haar leidt van A naar B, en komen therapeutische acties of ingrepen altijd voort uit een theorie. Vanuit mijn artistieke praktijk gezien, is het therapeutische pad dat bewandeld wordt natuurlijk van een heel andere soort. Daarbovenop is het artistieke werk dat ik creëer, geen gesprek zoals het dat is bij een therapeut, maar eerder een eenzijdige monoloog. Er is geen professionele expertise als tegengewicht. Wat het wel doet is een zelfkritische houding opnemen ten aanzien van zichzelf. Het werk dat ik maak, kijkt naar iets (een onderwerp) en kijkt vervolgens naar de manier waarop hiernaar gekeken wordt, en vertelt en/of reflecteert hierover. Deze zelfbewuste houding neem ik vermoedelijk over uit mijn dagelijkse leven en therapie contexten. De afgelopen jaren stond mijn leven redelijk hard in teken van de zelfanalyse, en dit vaak in een therapeutische context.

In psychotherapie is de factor van de therapeut (en ook vooral, welke therapeut bij welke cliënt) van cruciaal belang. Dit is een nogal duidelijk verschil dat we kunnen benoemen tussen een individuele kunstenaarspraktijk en het gaan in behandeling bij een therapeut.

In behandeling gaan omvat ook een verstandhouding waarbij de cliënt centraal staat, en het onderwerp is van de sessies. Zoals Wampold onderstreept, is het de patiënt die de therapie doet  werken of slagen. Meer nog dan dat, moet de therapie ook afgestemd zijn op de waarden, cultuur, en karakteristieken van de cliënt. Dan spreken we nog van een ideale omkadering voor een therapie gebeuren. Eens de therapie van start gaat, is het ook essentieel dat iedere interventie van de therapeut gericht is op het helen van de cliënt. Daarin is er een wezenlijk verschil tussen dat en mijn artistieke praktijk die wel als therapie kan fungeren, maar een individuele zoektocht is, zonder interventies van buitenaf.
Ook is de focus op het vinden van symptomen en oorzaken voor bepaalde gedragingen ietwat anders dan die is bij psychotherapie. Mijn werk richt zich meer op een positief alternatief voor bijvoorbeeld een gemis naar iets (het gemis naar een thuis bv). Het tracht niet zozeer volledig in kaart te brengen wat zo’n gemis net omvat; maar wel zoekt het naar een comfortabele levenshouding die hiervoor tegengewicht kan bieden.




Deel 3:
Welke invloed heeft psychologische behandeling op mijn artistieke praktijk?

Net zoals symptomen van een ziekte beter begrepen kunnen worden, en via therapie vaak ontrafeld worden, kunnen we sommige keuzes in mijn artistieke praktijk beter leren terugleiden naar een oorzaak. Want voordien, was de helende factor in mijn werk geen vanzelfsprekendheid. Artistiek werk maken over persoonlijke kwesties vraagt om een duidelijke transparantie; een eerlijkheid en een kwetsbaarheid. Deze kwaliteiten zou ik willen terugleiden naar iemand die in behandeling gaat bij een therapeut. Hiervoor is een overgave nodig, op zijn minst.
Om bijvoorbeeld vrij te associëren binnen een sessie, moet men al zover zijn dat men zich kwetsbaar durft op stellen. De stap naar een professionele omkadering en hulp bij problemen, depressies, stoornissen, vraagt om een wil die kost wat kost - al moet men zich dus kwetsbaar opstellen - het er voor over heeft een probleem op te lossen. Een cliënt die dus niet 100% bereidwillig is, heeft weinig tot geen kans op beterschap. En het was die wil die ik voelde. Die wil tot verandering verplichtte me via andere wegen op zoek te gaan naar antwoorden.
Het zogezegde therapeutische/helende aspect in mijn artistieke praktijk, hangt dus evenzeer af van de bereidwilligheid van de auteur. Net zoals we in therapie sessies de cliënt kunnen omschrijven als de factor waardoor de behandeling valt of staat. Deze bereidwilligheid om jezelf volledig toe te wijden aan een thema, een werk, of een statement, is iets dat ik steeds belangrijker ben beginnen vinden in het kijken naar andere kunst. Volledige overgave maakt kunst echter, en bijgevolg beter in mijn ogen. Het proces van maken is dan ook logischerwijs veel natuurlijker, net zoals het bij therapie ook veel vlotter zal lopen als de cliënt zich volledig toewijdt.

De interventies die een therapeut kan inzetten, waar ik het eerder over had, zijn een aspect dat moeilijker zijn gelijke vindt in de methode van kunst creëren. Natuurlijk kan je zelf als auteur nieuwe bevindingen gaan bijschaven, en hergebruiken in je werk, maar dit is en blijft een monoloog. Daarom ben ik met mijn project begonnen om andere leeftijdsgenoten te betrekken in mijn werk, mee af te beelden, ermee te praten en discussiëren, samen aan het werk te werken, om zo tot een volledigere weergave van mijn film te komen. Niet alleen zijn het leeftijdsgenoten, ook zijn het vaak mede-kunstenaars die ik vraag. Dit is eerder een toevalligheid, omdat mijn kringen van vrienden nu eenmaal vaak in de kunsten zitten. Toch is het ook een factor die mee speelt in het werk maken tot kunst. Het is omdat ik ook een soort van interventie of blik van buitenaf nodig had, om tot nieuwe ideeën of inzichten te komen, en dit is zeker te danken aan onder andere psychotherapie. Op die manier, is er dus toch enige vergelijking die we kunnen maken met een therapeut, onder het mom van ‘feedback’ (die ik zelf geregeld ook nog ontvang, zeker binnen een school context) en samenwerkingen tussen kunst makers.
De kunstwereld is bovendien een web of kluwen van conventies, methodes, geschiedenis, voorgangers die gelijkaardig werk maakten, en ga zo maar door. Er is altijd wel iets van feedback te vinden en wat je maakt, resoneert met anderen.
Natuurlijk is er hier geen echte overdracht of tegenoverdracht tussen cliënt en therapeut, of merk je als maker misschien minder snel je eigen weerstand op. Hiervoor blijft therapie an sich dé discipline voor; in het blootleggen van deze zaken, het observeren of benoemen van zaken als weerstand. Toch word je met een combinatie van de 2 (kunst maken & therapie) bedrijviger in het kritisch staan ten aanzien van jezelf, en kan je steeds beter (vind ik zelf toch) je eigen weerstanden benoemen en gebruiken als een middel of zelfs onderwerp in je werk. Ook is de kritische houding ten aanzien van keuzes zoals welk medium je gebruikt, op welke manier je  presenteert, of wat jouw eigen positie is ten aanzien van een onderwerp van een werk, vergelijkbaar ietwat met een kritische therapeut in mijn ogen. Kunst maken is continu bevraagd worden over keuzes, zeker in schoolse context. Je moet weten waarom je iets doet.

En ook de manier waarop je een kunstwerk toont, hoort bij het maken van kunst. De presentatie waar ik zelf voor kies, is het afspelen van de video die hangt op een houten wand, die samen met een andere houten wand een hoek vormt. Dit object (de wanden die een hoek vormen) bouwde ik thuis op grote schaal, en hier filmde ik stukken film in. De bedoeling was een hoek te maken die een kamer of omhulsel kon suggereren, om zo een beeld te kunnen geven of oproepen naar een thuis plaats, letterlijk dan. De kamer waarop het zou kunnen lijken, zou een zelf gecreëerde veilige kamer kunnen zijn, een thuis. Mijn doel was om mijn idee te herleiden tot een object, waarvan ik een beeld kon maken. De film is per slot van rekening ook een zoektocht naar iets, en misschien ligt het antwoord wel in iets in beeld brengen. Hoe dan ook vind ik het boeiend om iets als een idee te herleiden tot een object, iets echt. Dit was één van de stappen die ik dus deed om te zoeken naar iets dat goed voelde. Het deed me ook wat denken aan de manier waarop we ons zaken herinneren, waarbij de herinneringen vaak heel simpele weergaves zijn van complexe situaties. In therapiesessies merken we dat sommige zaken vers in het geheugen liggen, maar toch al half verdrongen worden, of tenminste, dat merkte ik zelf. Dat wil ik met de muur, en de uiteindelijke presentatie van de film bij de muur, bekomen: een aanzet tot een fantasie over een thuis, of een opstapje voor een eigen, persoonlijke herinnering aan de toeschouwer zijn eigen versie van een thuis. De film is dan ook een persoonlijk stukje dat ik deel, en dus lijkt het me al interessant de persoonlijke beleving van de afgebeelde thema’s in de film, bij de kijker al lichtjes te prikkelen. Op die manier is het dus niet enkel therapeutisch voor mezelf. Ik overstijg dit net door het werk te tonen in een tentoonstellingscontext. Misschien gaan sommigen na het bekijken dan ook naar huis met zelf nieuwe bevindingen over het thema, of stimuleert het hen zelf ook tot introspectie. Dat zou mooi zijn.




Deel 4:
Wat nu? Kunst creëren als een therapeutisch werktuig

Nu dat ik via deze manier ben beginnen werken, is de interesse bij mij om kunst maken te zien als een therapie wel echt meer gewekt. Hiermee bedoel ik niet dat ik van kunst maken, iets wil reduceren tot therapie. Het is en blijft kunst, en de voordien genoemde aspecten die eigen zijn aan kunst, zoals de zelfkritische houding ten aanzien van het gebruikte medium, mogen in mijn ogen liefst niet verdwijnen. Wel vind ik het ook belangrijk dat kunst de grenzen van genres opzoekt, en dat ben ik de laatste tijd, onder invloed van psychologie, toch echt wel aan het doen. Ik zoek een beetje een middenweg tussen mijn interesses en ervaringen, en daar lijkt kunst een ideale mediator in. Ik zie de toekomst hierdoor dan ook beïnvloed worden, en overweeg meer en meer het pad in te slaan van creatieve therapie, omdat mijn buikgevoel zegt dat dit iets is waarin ik me goed kan ontplooien. Kunst is voor mij altijd al een middel geweest om beter grip te krijgen op zaken, dat het nu door het bekijken of maken was. Op deze therapeutische, bijna opvoedende manier komt het volgens mij dus goed tot zijn recht. De sessies bij een therapeut die ik zelf onderging, maakten de zelfanalyse in mij los, en kunst is voor mij de ideale uitlaatklep. Ik geloof halsstarrig dat dit het ook voor anderen kan zijn. Hiervan wil ik wel een missie maken.