Inspraak in je eigen tragedie
Gedicht
Ik kijk naar mezelf en dan gaat het plots snel:
het gedicht is begonnen.
Schade is onvermijdelijk en wordt opgelopen tussen de zinnen door.
Nog voor ik het weet, kies ik ervoor dit lichaam in te zetten als structuur.
De gele plekken op de huid dienen als bewijs voor een huidige, treurige staat der dingen.
Via deze weg mijn verhaal naar buiten toe vertellen, duurt erg lang.
Huid kan je niet vertellen.
Diezelfde huid kan soms verstikkend aanvoelen,
denk maar aan je zwaarmoed,
denk maar aan je depressie,
denk maar
en word stilaan je depressie.
Ik ledig mijn pijn in de grote mond van mijn innerlijke criticus.
Hopelijk worden we collectief het zwijgen opgelegd.
Met die stilte zou ik wel raad weten.
Noem meditatie soms ook gewoon sensationeel saai.
Het doel heiligt niet alle middelen en de middelen dragen vaak bij aan anticlimax
en individueel pestgedrag, toename van symptomen, en extra interne onzekerheden:
de ziekte houdt stand tot jij inziet dat ziek zijn ook dragelijk kan zijn.
Daarom wilde ik niet altijd beter worden.
Het was soms zoeken naar een ongeriefelijk samenvallen met wat écht ziek was
en het was ook zoeken naar een ontfermen over je zieke alter ego.
Daarom blijf ik nu lang niet even geduldig meer, als toen.
Helen doe je sneller en sneller als je comfort in de vuilbak gooit.
Maar wees nu eerlijk: los van alles wat jou bezighoudt, word jij vooral plots fanatiek
als iemand zich bezighoudt met jou.
Dat moet ook dit zieke gedicht gedacht hebben.
En kijk nu wie er aan aan het schrijven is.
Ik wil dat het snel eindigt en daarna snel weer begint.
Ik wil dat je snel ontroert raakt omdat je je snel ergens in hebt herkend.
Ik wil dat de waarheid die op het scherm te lezen staat, snel verwerkt wordt,
en daarna snel wordt toegepast.
Maar niets is nog snel.
De routines waarin je je bevindt zijn een trage cyclus en juist daarom alomtegenwoordig
in je leven ingewerkt.
Je ziek zijn, duurt langer dan je had kunnen voorspellen toen het zich opdiende.
Het werkt aanstekelijk dat je met me mee rouwt.
Nergens zijn er meer symptomen dan in mijn zicht.
Is dat niet vreemd en tegelijk bevredigend?
Het comfort vinden in je inspraak in jouw eigen tragedie.
Met die touwtjes in handen, neem ik afscheid.