Blogpost/gedicht: Het verhaal ervan
Nederlandse, originele versie
Het verhaal ervan
Het totaalbeeld van de indrukken die jou toe lijken te komen,
als waren ze banaal van aard,
snijden jou,
want het verhaal ervan doet zeer.
De poëzie van het allemaal zou zeer snel verloren kunnen gaan,
zich daarna vrijwillig komen zoek melden:
daar is mijn vriend tijdens de storm.
Het is vandaag een dag die nog op je maag ligt.
Nu zou het mogen beëindigd worden, bij voorbaat.
De dag begon met een onvolkomen verhaallijn,
een onaf gemaakt pad naar de vernieling
en dat al in 2025.
Soms is het angstig afwachten tot de aard van het beestje
je opnieuw zal komen opzoeken.
Ik heb dat beeld al eens vermoord en zal het gerust opnieuw zo doen,
daarover is er geen stress die je parten speelt.
Wie ben ik zonder dat verhaal, is het gerechtvaardigd om te denken dat
ik er maar best wat zachtaardiger mee omga,
het bijvoorbeeld een knuffel geef in plaats van met de botte bijl erop in te hakken?
Of ben ik dan een te verzachtende omstandigheid voor mezelf,
a.k.a mijn eigen gemaakte angstbeeld,
mijn eigen ingenomen stelling die me zowel onderdak
als meer opdoemende vraagstukken biedt?
Jij bent een plekje in het aanzicht.
Als je goed kijkt, kan je wat blind is, gelukkig zien aankomen.
Ik heb mezelf en niets dan mezelf.
Het is de zegen en de ziekte ineen.
Moet er nog meer strijd zijn? Goed.
Moet er nog meer verzet zijn. Allemaal goed.
Het is onuitputtelijk, dat wat we doen met die poëzie van me.
Waar zijn de bevestigende randen van iets als de plek die je thuis is?
Die die plaats innemen, locatie vastleggen, situatie scheppen.
Jouw geografie is gering.
Het is er, en daarmee is alles ook gezegd.
Er valt nog veel Dries uit te vinden.
Ook dit is een geschenk dat je gemoed bespeelt.
Liefst van al wandel je in die vergeten tijden rond zonder haast.
Liefst van al (beeld je jezelf in) spring je voor de trein waarop je eigenlijk moet stappen
iedere keer weer
als hij arriveert.
Jouw zelfmoord is reeds beschreven geweest,
heeft de zinnen geïnfiltreerd,
is niet meer weg te denken
uit jouw overlevering aan het verderzetten van leven.
Het is allemaal kostbaar, zolang het moeite kost.
Min of meer ben ik rechtuit de beste slechtste en de slechtste beste,
nooit de uitzondering,
altijd genoeg,
soms net iets meer,
en vaak mezelf gebleven.
Hier gebeurt iets dat net als de dood ontoerekeningsvatbaar is.
Waar moeten we een parallel trekken?
Tussen de zinnen door, onder de laag tekst die beschreven wordt
nog voor hij er staat,
maar ergens als hij op het punt staat bedacht te worden.
Niemand, begrijpt u,
is voor altijd.
Ik zag echter in jouw de veronderstelling dat iemand als ikzelf
wat waarde in de schaal kon werpen, zonder weg te willen kwijnen.
Een stukje onbevooroordeeld, nog niet door anderen ingenomen Ik.
Laten we bestaan nu dat het mag eindigen.
Er is geen noodzaak.
Dat begrijp ik wel.
Niets moet.
Alleen kan ik er niet omheen dat voor mij
de remedie ondertussen werd neergelegd.
Gewaarschuwd was ik maar
- ik nam een hap -
en hij was weg.
Daarna is er alleen maar het verhaal
dat met dezelfde tred zijn beloop gaat.